Van ver staat het stil
In ‘Van ver staat het stil’ vertaalt Eva van Tongeren een maandenlange briefwisseling tussen de veroordeelde en opgesloten pedofiel Thomas en zichzelf naar een audiovisuele monoloog. De correspondentie dwingt hen om hun gedachten aan te passen aan het ritme van elkaars brieven. Zijn verbeelding brengt haar naar woestijnen waar ze western films opnemen, langs de grootste bomen ter wereld, tot de drukke straten van Los Angeles. Ze stuurt hem fragmenten van herinneringen die nooit de zijne zullen zijn.
Eva en Thomas geven zich op voor een project waarbij gedetineerden en niet-gedetineerden brieven schrijven met elkaar. Door hun gemeenschappelijke interesse in film worden ze aan elkaar gekoppeld. De eerste brief van Thomas is bepalend voor de rest van hun contact. Hij wil dat ze meteen weet waarvoor hij vastzit. Hij is een veroordeelde pedofiel. Hij heeft ervaren dat mensen alle contact met hem verbreken wanneer hij eerlijk vertelt over zijn misdaad en zijn gevoelens voor jonge meisjes. Ondanks alle afwijzingen blijft hij schrijven, op zoek naar een contact met iemand buiten de gevangenis.
Zijn interesse in haar werk als filmmaker en haar interesse in zijn leefwereld zijn de kiem van ‘Van ver staat het stil’. Door de afstand en de tijd die inherent zijn aan het uitwisselen van brieven, ontstaat er een veilige omgeving waarbinnen openheid een kans krijgt. Ze krijgen tijd om na te denken. Ze worden gedwongen om hun gedachten aan te passen aan het ritme van elkaars brieven.
In ‘Van ver staat het stil’ vertaalt Eva van Tongeren de maandenlange dialoog tussen Thomas en zichzelf naar een audiovisuele monoloog.
“We schrijven over een wederzijdse verbeelding, over verwachtingen en dromen en over mijn onveranderlijk onbegrip over zijn misdaad. De kleine sensitieve details die hij beschrijft zoals het geluid van de sleutels van de chefs of hoe mensen die net van buiten komen ruiken, maken mij nieuwsgierig naar zijn gedachten. We zijn beiden op zoek naar een connectie.
Thomas vraagt mij om foto’s te maken van de dingen die hij mist, zodat hij eventjes kan wegdromen, zodat hij zich even kan verplaatsen, even weg zijn van zichzelf. Naast de gevraagde foto’s van een strand, de zee en tropische vissen in een aquarium, stuur ik hem foto’s van dingen ik mooi vind, die mij ontroeren.
Zijn verbeelding brengt mij naar woestijnen waar ze western films opnemen, langs de grootste bomen ter wereld, tot de drukke straten van Los Angeles. Ik stuur hem fragmenten van herinneringen die nooit de zijne zullen zijn.”